Denkend aan Holland zie ik koeien. En tulpen. Je komt ze overal tegen, op het land en in de taal. Oude koeien worden wel of niet uit de sloot gehaald. We zetten de bloemetjes buiten.
Beeldende uitdrukkingen die ongemerkt mijn taalgebruik binnensluipen. Want ook al woon ik inmiddels 30 jaar in Nederland, nog steeds komen er bij mij uitdrukkingen op, waarvan ik niet wist dat ik ze kende. Zoals toen ik een redactieklus in de IT afsloeg omdat ik ādaar geen kaas van had gegetenā. Een uitdrukking die ik niet bewust heb geleerd. Maar die stukken beter is dan zeggen dat ik niet IT savvy ben.
Workshop over uitdrukkingen
Heerlijk dit soort dingen. Ik ben een echte woordnerd. Dus toen er een workshop langskwam over het vertalen van idiomatische uitdrukkingen, greep ik mijn kans. Dat het leuk zou worden stond buiten kijf, want het werd georganiseerd door Tony Parr and Marcel Lemmens, het tweetal van Teamwork. Ik heb veel geleerd en ook gelachen. Tot mijn kaken er pijn van deden. Ik kreeg de slag pas echt goed te pakken toen ik het woordenboek van maritieme uitdrukkingen ontdekte.
Nu weet ik zeker wat ik niet wist dat ik wist. Ik kan me voorstellen hoe comfortabel een luizenbaantje is en hoe laag je gezakt bent als je aan de grond zit. Etymologie, als u begrijpt wat ik bedoel. Britannia rules the waves. Misschien, maar de Nederlanders steken ons gemakkelijk de loef af als het gaat om zeelui, schepen en de zee.
Waar ik echt geen tabak van kan maken zijn die apen. De echte. Die uit de mouw komen. Waar je bij logeert als je in de penarie zit. Koeien kan ik aan, kaas en tulpen ook. Die horen hier. Maar hoe komen die apen hier in godsnaam? En wat doen ze hier? Dat moet ik weten. En daar komt de ware aap uit de mouw.